Kies met je team één of meerdere astronaut-trainingen hieronder.

Heb je weinig voorbereidingstijd? Geen nood. je hoeft niet alle activiteiten één voor één door te nemen. Onderaan de pagina vind je ons ‘starterspakket’: zes favoriete activiteiten die we adviseren vanuit ESERO Belgium.

Op de internationale ESA pagina kan je nog meer activiteiten vinden en illustrerende video’s bij sommige activiteiten. Je kan op deze website de taal op ‘Nederlands’ zetten.

Uitdagingen voor astronauten: Fysieke training, Basisonderwijs

Eindtermen
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – 1.15:
    De leerlingen kunnen hun loopstijl en -tempo aanpassen aan de afstand.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Rustervaringen – 1.7:
    De leerlingen hebben in rust controle over ademhaling en spieren.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – 2.3:
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.1
    De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.

Leerdoelen

  • Zo snel en zo nauwkeurig mogelijk een behendigheidsparcours afleggen ter verbetering van bewegingsvaardigheden, coördinatie en snelheid te verbeteren.
  • Waarnemingen over verbeteringen in behendigheid noteren tijdens deze fysieke ervaring in het missiedagboek.
Benodigdheden
  • 8 kegels
  • Meetlint of meetlat
  • Papier en potlood
  • Horloge of stopwatch
  • Zwembuizen (optioneel)
  • Missieboek en potlood
Tijd
  • 15-30 minuten per les

Vaardigheden

  • Evenwicht, behendigheid, ruimtelijk inzicht, lateraliteit, richting

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Rustervaring 1.7:
    De leerlingen hebben in rust controle over ademhaling en spieren.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – 1.15:
    De leerlingen kunnen hun loopstijl en -tempo aanpassen aan de afstand.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – 2.2:
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – 2.3:
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – 2.4:
    De leerlingen kennen het belang van opwarming vóór en tot rust komen na fysieke activiteiten.

Leerdoelen

  • Een wandeling maken/lopen tot 1600 meter om het uithoudingsvermogen van longen, hart en andere spieren te verbeteren.
  • In het Mission Journal observaties noteren over verbeteringen in deze walk-back ervaring met hun longen, hart en andere spieren.

Benodigdheden (optioneel)

  • Horloge of stopwatch
  • Hartslagmeter
  • Landmeter (loopmeter)
  • Stappenteller

Tijd

  • 15-30 minuten

Vaardigheden

  • Uithoudingsvermogen, kracht, oriëntatie, mobiliteit, ruimtelijk inzicht

Downloads

Eindtermen
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kunnen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, – mogelijkheden en -beperkingen.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – 2.4:
    De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.1
    De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.

Leerdoelen

  • Voer de Commander Crunch en Pilot Plank uit om de kracht van de buik- en rugspieren te verbeteren
  • Noteer waarnemingen over verbeteringen in de kernspierkracht tijdens deze fysieke ervaring in het missiedagboek
Benodigdheden
  • Horloge of stopwatch
  • Voor de leerlingen: Missiedagboek en schrijfgerei
Tijd
  • 10-15 minuten per les

Vaardigheden

  • Kracht, Uithoudingsvermogen, Evenwicht, Balans

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kunnen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, – mogelijkheden en -beperkingen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Variante vormen van basisbewegingen , al dan niet gebruik makend van toestellen: 1.14
    De leerlingen kunnen diverse klimtoestellen opklimmen en veilig ervan afdalen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 1.28
    De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.1
    De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.

De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kunnen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, – mogelijkheden en -beperkingen.

Leerdoelen

  • Een klimactiviteit uitvoeren om de balans en coördinatie te verbeteren en de spieren te versterken.
  • Noteer observaties over verbeteringen in balans, coördinatie en kracht in het Mission Journal

Benodigdheden

  • Wandrek of rotswand
  • Mat voor aan voet van klimmuur
  • (optioneel) klimtouw
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 15 minuten per les

Vaardigheden

  • Behendigheid, evenwicht, coördinatie

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.4
    De leerlingen kennen hun voorkeurhand en -voet en kunnen deze ook efficiënt gebruiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kunnen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, – mogelijkheden en -beperkingen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Spel en sportspelen: 1.17
    De leerlingen beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Spel en sportspelen: 1.20
    De leerlingen kennen elementaire tactische principes, kunnen ze toepassen in verwante spelen en kunnen een eenvoudige tactisch plannetje afspreken en uitvoeren.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Klein-motorische vaardigheden in gevarieerde situaties: 1.26
    De leerlingen kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurig gedoseerd en ontspannen uitvoeren.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 1.28
    De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.4
    De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.1
    De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.2
    De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten e waarderen.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.3
    De leerlingen nemen deel aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair play.

Leerdoelen

  • Snel en correct een puzzel in elkaar zetten om het belang van handigheid en oog-handcoördinatie aan te tonen en tegelijkertijd de communicatie en probleemoplossende vaardigheden te verbeteren.
  • Noteer waarnemingen over verbeteringen in behendigheid en hand-oog coördinatie tijdens deze op vaardigheden gebaseerde ervaring in het missieboek.
Benodigdheden
  • Doosjes die groot genoeg zijn voor ten minste 25 gelabelde stukjes van één vloerpuzzel
  • Twee paar handschoenen per teamlid: nauwsluitende kinderhandschoenen en werkhandschoenen in volwassen maat. Opmerking: handschoenen kunnen ook gedeeld worden.
  • Twee stukken karton groot genoeg om de voltooide puzzels te bedekken
  • Markeerstift
  • Horloge of stopwatch per team, of een zichtbare klok
  • Missieboek en potlood
Tijd
  • 15-30 minuten per les

Vaardigheden

  • Teamwerk, communicatie, probleemoplossend vermogen, behendigheid, hand-oogcoördinatie, uithoudingsvermogen

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Variante vormen van basisbewegingen, al dan niet gebruik makend van toestellen: 1.9
    De leerlingen kunnen balanceren op de grond en over diverse soorten toestellen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Oplossen van kin-aangepaste bewegingsproblemen: 1.28
    De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Oplossen van kin-aangepaste bewegingsproblemen: 1.31
    De leerlingen zijn in staat gekende oefen- en spelvormen zelfstandig op te starten en in gang te houden.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Oplossen van kin-aangepaste bewegingsproblemen: 1.32
    De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan een aanpak (bij)sturen.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.4
    De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.1
    De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.

Leerdoelen

  • Voer squats en push-ups met lichaamsgewicht uit om de spieren en botten van het boven- en onderlichaam te versterken.
  • Noteer observaties over verbeteringen in krachttraining tijdens deze fysieke ervaring in het Mission Journal.

Benodigdheden

  • Horloge of stopwatch
  • Vrije muur
  • Metronoom
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 15 minuten per les

Vaardigheden

  • Kracht, evenwicht, uithoudingsvermogen, teamwerk, weerstand

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Verantwoord en veilig bewegen: 1.2
    De leerlingen kunne veiligheidsafspraken naleven.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Voorkeurslichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -beperkingen.

Leerdoelen

  • Veilig verzwaarde voorwerpen van het onderzoeksgebied terugdragen naar het basisstation om de aerobe en anaerobe conditie te verbeteren.
  • Noteer waarnemingen over verbeteringen in aerobe en anaerobe conditie tijdens deze fysieke ervaring in hun Missie Dagboek.

Benodigdheden

  • 12 stressballen (een klein voorwerp of bal die de leerlingen in hun hand kunnen knijpen)
  • 30 ballen in vijf verschillende gewichten en maten, zoals:
    • zes tennisballen
    • zes softballen
    • zes voetballen
    • zes basketballen
    • zes grote yogaballen
  • 3 hoelahoepen
  • Horloge, 6 stopwatches of een klok met een secondewijzer om de hartslag te meten
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 30-45 minuten per les

Vaardigheden

  • Kracht, uithouding, teamwerk, coördinatie

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1

    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Verantwoord en veilig bewegen: 1.2
    De leerlingen kunne veiligheidsafspraken naleven.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Verantwoord en veilig bewegen: 1.3
    De leerlingen kennen de gevaren en risico’s van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Voorkeurslichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -beperkingen.

Leerdoelen

  • Voer een fysieke activiteit uit die de coördinatie, kern- en armspieren verbetert.
  • Noteer observaties over verbeteringen in coördinatie en kern- en armspierkracht tijdens deze ervaring in het Mission Journal.

Benodigdheden

  • 3 ballen met verschillende gewichten, bijv.:
    • 1 kg
    • 1,5 kg
    • 2,5 kg
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 10-15 minuten per les

Vaardigheden

  • Kracht, coördinatie, stabilisatie, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Rustervaring: 1.7
    De leerlingen hebben in rust controle over ademhaling en spieren.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Variante vormen van basisbewegingen, al dan niet gebruik makend van toestellen: 1.11
    De leerlingen kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.

Leerdoelen

  • Verbeter bewegingsvaardigheden en kracht en uithoudingsvermogen van het hart en andere spieren.
  • Waarnemingen over verbeteringen in springtraining maken en vastleggen.

Benodigdheden

  • Springtouw (één per leerling)
  • Horloge of stopwatch
  • Mission Journal en potlood
  • kleine step, lage bank of doos (optioneel)

Tijd

  • 15-25 minuten per les

Vaardigheden

  • Coördinatie, evenwicht, uithoudingsvermogen

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Voorkeurlichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef: 1.4
    De leerlingen kennen hun voorkeurhand en -voet en kunnen deze ook efficiënt gebruiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Voorkeurlichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -beperkingen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Variante vormen van basisbewegingen, al dan niet gebruik makend van toestellen: 1.9
    De leerlingen kunnen balanceren op de grond en over diverse soorten toestellen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Variante vormen van basisbewegingen, al dan niet gebruik makend van toestellen: 1.16
    De leerlingen kunnen op verschillende manieren en met diverse tuigen werpen.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 1.28
    De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.

Leerdoelen

  • Werp- en vangtechnieken uitvoeren op één voet om het evenwicht en het ruimtelijk bewustzijn te verbeteren.
  • Waarnemingen over verbeteringen in evenwicht en ruimtelijk bewustzijn noteren tijdens deze fysieke ervaring in het missiedagboek

Benodigdheden

  • Missieboek en potlood
  • Tennisbal (één per leerling)
  • Horloge of stopwatch (één per leerling)
  • Gymbal/voetbal of vergelijkbaar (minstens één per groep)

Tijd

  • 15 minuten per les

Vaardigheden

  • Evenwicht, coördinatie, stabiliteit, reactiesnelheid, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Voorkeurlichaamszijde, lichaamsopbouw, lichaamsbesef: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, -mogelijkheden en -beperkingen.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.

Leerdoelen

  • Voer een reeks burpees uit om de behendigheid, coördinatie en het cardiovasculaire en spieruithoudingsvermogen te verbeteren.
  • Noteer observaties en verbeteringen over deze ervaring in het Mission Journal

Benodigdheden

  • Niet van toepassing

Tijd

  • 15 minuten per les

Vaardigheden

  • Kracht, coördinatie, uithoudingsvermogen

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 2.2
    De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl – Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.5
    De leerlingen kennen mogelijke vormen van rollend en/of glijdend materiaal en weten er veilig mee om te gaan.
  • Lichamelijke opvoeding – 3. Lichamelijke opvoeding – Zelfconcept en het sociaal functioneren: 3.1
    De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.

Leerdoelen

  • Voer een fysieke activiteit uit die de beenspieren en het cardiovasculaire systeem versterkt en bijdraagt ​​aan een minder vervuilde omgeving.
  • Noteer observaties over verbeteringen in balans en kracht tijdens deze fysieke ervaring in het Mission Journal.

Benodigdheden

  • Fiets
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • Deze activiteit kan als huiswerk of buiten de lesuren worden gedaan.

Vaardigheden

  • Uithoudingsvermogen, coördinatie, evenwicht, stabiliteit

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Groot-motorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties – Variante vormen van basisbewegingen , al dan niet gebruik makend van toestellen: 1.12
    De leerlingen kunnen verschillende vormen van rollen uitvoeren.

Leerdoelen

  • Voer een fysieke activiteit uit die de lichaamscoördinatie en flexibiliteit verbetert en het bewegingsbereik vergroot.
  • Noteer observaties en verbeteringen over deze ervaring in het Mission Journal.

Benodigdheden

  • Dikke lange mat
  • Hoelahoep (optioneel)
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 15-20 minuten

Vaardigheden

  • Coördinatie, flexibiliteit, evenwicht

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.1
    De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties.
  • Lichamelijke opvoeding – 1. Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties – Zelfredzaamheid in kind-gerichte bewegingssituaties – Lichaams- en bewegingsbeheersing: 1.6
    De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kunnen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, – mogelijkheden en -beperkingen.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.2De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.
  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.

Leerdoelen

  • Voer de “berencrawl” en “krabwandeling” uit om de spierkracht te vergroten en de coördinatie van het boven- en onderlichaam te verbeteren.
  • Noteer observaties over verbeteringen in spierkracht en coördinatie tijdens deze fysieke ervaring in het Mission Journal.

Benodigdheden

  • Meetlint of meterstok
  • Horloge of stopwatch (optioneel)
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 25 minuten per les

Vaardigheden

  • Kracht, coördinatie, mobiliteit, behendigheid, flexibiliteit

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.

Leerdoelen

  • Voer een tijdreactie-activiteit uit met behulp van een liniaal om de concentratie te oefenen en de hand-oogreactietijd te verbeteren.
  • Noteer observaties over verbeteringen in deze op vaardigheden gebaseerde ervaring in het Mission Journal.

Benodigdheden

  • Metrische linialen – hout, hard plastic of metaal
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 10-15 minuten per les

Vaardigheden

  • Hand-oogcoördinatie, fijne motoriek, communicatie, teamwerk, reactietijd

Downloads

Eindtermen

  • Lichamelijke opvoeding – 2. Lichamelijke opvoeding – Gezonde en veilige levensstijl: 2.3
    De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het lange-termijn effect ervan.
  • Wiskunde eindtermen – 2. Wiskunde – Meten – Begripsvorming-wiskundetaal-feitenkennis – 2.3
    De leerlingen kunnen veel voorkomende maten in verband brengen met betekenisvolle situaties.

Leerdoelen

  • Waarnemingen doen en noteren over veranderingen in lichaamslengte.
  • De variaties in lichaamslengte op aarde en in de ruimte begrijpen.

Benodigdheden

  • Meetlint (of touw)
  • Mission Journal en potlood

Tijd

  • 15 minuten

Vaardigheden

  • Meten, vergelijken, teamwerk.

Downloads

  • Voor leraren
  • Voor leerlingen
  • Bijlage

Uitdagingen voor astronauten: Fysieke training, Secundair onderwijs

Eindtermen
  • ET 1.05: LPD 1: De leerlingen voeren in verschillende omgevingen motorische basisvaardigheden en technieken uit rekening houdend met de evolutie van hun fysieke capaciteiten)
  • ET 1.05: LPD6: De leerlingen passen in verschillende bewegingssituaties technieken voor een correctie lichaamshouding en ergonomische principes toe.
  • ET 1.04: LPD5: De leerlingen ontwikkelen, rekening houdend met hun capaciteiten, fitheid gebaseerd op motorische basiseigenschappen: kracht, lenigheid, uithouding, snelheid, coördinatie, evenwicht, vormspanning en rompstabiliteit.
  • ET 1.07: LPD 10: De leerlingen geven en ontvangen feedback in verschillende bewegingsdomeinen (ondersteunende rol).

Leerdoelen

  • Motorisch: De leerlingen verbeteren hun kracht en rompstabiliteit door oefeningen zoals banken tillen en planken correct uit te voeren.

  • Cognitieve: De leerlingen begrijpen en passen ergonomische principes toe tijdens het uitvoeren van fysieke prestaties door resultaten bij te houden en feedback te verwerken.

Benodigdheden
  •  (Hartslagmeter)
  • Stoel
  • Matje x 5
  • Bal x 2
  • Bank
  •  Plint (x2 indien met 14-28 lln)
  • Sportraam
  • Touw
  • Rekker
Tijd
  • 2 – 4 lesuren

Vaardigheden

  • Spierkracht, Ergonomie, core-stability,

Downloads

Eindtermen

  • ET 1.04: LPD 4: De leerlingen gaan aan de hand van criteria bij zichzelf na of ze vorderingen maken in eenvoudige bewegingssituaties.

  • ET 1.07: LPD 12: De leerlingen oefenen zelfstandig eenvoudige taken en bewegingsopdrachten (individueel en in groep).

  • ET 1.07: LPD 13: De leerlingen hanteren sociale omgangsvormen.

  • ET 1.04: LPD5: De leerlingen ontwikkelen, rekening houdend met hun capaciteiten, fitheid gebaseerd op motorische basiseigenschappen: kracht, lenigheid, uithouding, snelheid, coördinatie, evenwicht, vormspanning en rompstabiliteit.

Leerdoelen

  • Motorisch: De leerlingen voeren coördinatieve vaardigheden met aandacht voor zowel oog-, hand-, als oog-voetcoördinatie.

  • Cognitief: De leerlingen verwoorden het belang van een goede coördinatie en evenwicht voor ruimtevaarders en voor zichzelf.

Benodigdheden (optioneel)

  • Turnzaal
  • 3 tennisballen
  • 2 kleine matten
  • per 2 banken voor opdracht 3
  • 4 banken
  • 8 kegels
  • 7 hoepels
  •  3 tennisballen
  • 1 gsm per 2
  • 1 basketbal per 2
  • 1 pen
  • 1 blad
  • 1 chronometer
  • 6 potjes

Tijd

  • 2 – 4 uren

Vaardigheden

  • Behendigheid, snelheid, soepelheid en coördinatie

Downloads

Eindtermen

  • ET 1.2: De leerlingen stellen gezondheid bevorderend gedrag binnen de schoolse context vanuit inzicht in het belang van preventie en mogelijke risicofactoren.

  • ET 1.3: De leerlingen passen technieken voor een correcte lichaamshouding en voor ergonomische principes toe.
  • ET 1.9: De leerlingen voeren, conform de bewegingsnorm en rekening houdend met hun eigen fysieke capaciteiten, op een veilige wijze bewegingen en activiteiten uit in verschillende omgevingen met nadruk op plezier in beweging en sport.
  • ET 1.10: De leerlingen passen basistechnieken toe in verschillende spelvormen en binnen elke groep van sporten.
  • ET 5.1: De leerlingen bewaken in interacties hun eigen fysieke en mentale grenzen.
  • ET 5.4: De leerlingen demonstreren in informele en formele relaties geschikte sociale vaardigheden.
  • ET 13.1: De leerlingen beoordelen zowel het belang van een opdracht voor zichzelf als lerende als de relatie tussen de eigen en de vereiste competenties voor de uitvoering van de opdracht.
  • ET 13.14: De leerlingen beoordelen hun leerproces en -resultaat op afgesproken momenten en aan de hand van aangereikte criteria.

Leerdoelen

  • De leerlingen versterken hun bilaterale coördinatie door symmetrische en asymmetrische bewegingen uit te voeren
  • De leerlingen begrijpen de relatie tussen flexibiliteit en blessurepreventie door middel van educatieve activiteiten en discussies over hoe het behouden van een goede flexibiliteit kan helpen bij het voorkomen van blessures tijdens fysieke activiteiten.
  • De leerlingen vergroten hun fysieke flexibiliteit door regelmatige stretching-routines uit te voeren die verschillende spiergroepen aanspreken, zoals de hamstrings, quadriceps, schouders en rug.
  • De leerlingen begrijpen hoe evenwicht een essentiële component is van fysieke gezondheid en prestaties en leren strategieën om hun evenwicht te verbeteren en te behouden.
  • De leerlingen ontwikkelen hun dynamische evenwicht verder via activiteiten waarbij ze moeten bewegen en hun evenwicht moeten bewaren.
  • De leerlingen verbeteren hun statisch evenwicht door middel van balansoefeningen, zoals het staan op één been.

Benodigdheden (optioneel)

  •  Bijlage 1: fotoreeks 1, geprint per duo of via tablet/gsm
  •  Bijlage 2: fotoreeks 2, geprint per duo of via tablet/gsm
  •  Bijlage 3: logboek, geprint per leerling
  •  Gsm of tablet om foto’s te nemen
  •  Grote zaal die je kan indelen in 3 delen (+/- 4m2/duo)
  •  Kleine gymmat per duo
  •  Chronometer of gsm per duo

Tijd

  • 2 – 4 uren

Vaardigheden

  • Coördinatie, evenwicht, soepelheid

Downloads

Eindtermen

  • ET 1.2: De leerlingen stellen gezondheid bevorderend gedrag binnen de schoolse context vanuit inzicht in het belang van preventie en mogelijke risicofactoren.

  • ET 1.3: De leerlingen passen technieken voor een correcte lichaamshouding en voor ergonomische principes toe.
  • ET 5.1: De leerlingen bewaken in interacties hun eigen fysieke en mentale grenzen.
  • ET 5.4: De leerlingen demonstreren in informele en formele relaties geschikte sociale vaardigheden.
  • ET 13.1: De leerlingen beoordelen zowel het belang van een opdracht voor zichzelf als lerende als de relatie tussen de eigen en de vereiste competenties voor de uitvoering van de opdracht.
  • ET 13.14: De leerlingen beoordelen hun leerproces en -resultaat op afgesproken momenten en aan de hand van aangereikte criteria.
  • ET 1.16: De leerlingen uiten hun gevoelens respectvol.

Leerdoelen

  • De leerlingen vergroten de bewegingsvrijheid in hun spieren en gewrichten door middel van verschillende stretches en houdingen.
  • De leerlingen versterken hun kernspieren (buik-, rug- en bekkenbodemspieren) die essentieel zijn voor een goede lichaamshouding en stabiliteit.
  • De leerlingen verbeteren hun lichaamshouding via bepaalde houdingen die helpen bij het verminderen van rug- en nekklachten.
  • De leerlingen ontwikkelen een beter bewustzijn van hun lichaamshouding en bewegingen.
  • De leerlingen versterken verschillende spiergroepen, met nadruk op lange slanke spierontwikkeling.
  • De leerlingen gebruiken ademhalingstechnieken en meditatie om stressniveaus te verlagen en ontspanning te bevorderen.
  • De leerlingen voeren oefeningen uit die helpen bij het verbeteren van mentale focus en concentratie, zowel tijdens de les als daarbuiten.
  • De leerlingen worden zich bewust van het ‘hier en nu’ door middel van beweging en ademhaling. (mindfulness)
  • De leerlingen creëren een ruimte waarin ze zich veilig en comfortabel voelen, wat bijdraagt aan emotionele balans en welzijn.
  • De leerlingen ondersteunen elkaar in het cultiveren van een routine van zelfzorg en bewustzijn.
  • De leerlingen leren omgaan met hun emoties via tools uit de yoga en pilates.

Benodigdheden (optioneel)

  • Muziekboks voor rustige achtergrondmuziek
  • Yogamat of turnmat → 1 per leerling
  • Tablet of laptop om eventueel filmpjes te bekijken → 1 is voldoende
  • Logboek per leerling
  • Grote zaal waar alle leerlingen een matje kunnen leggen
  • Een spiegel kan handig zijn, maar is geen vereiste

Tijd

  • 1 – 2 uren

Vaardigheden

  • Mindfullness, kernspieren, soepelheid

Downloads

Uitdagingen voor astronauten: Wetenschap & Techniek

Eindtermen

  • Wetenschap en techniek – natuur – Algemene vaardigheden: 1.1
    De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.
  • Wetenschap en techniek – natuur – levende en niet-levende natuur: 1.9.
    De leerlingen kunnen de functie van de zintuigen, het skelet en de spieren op een eenvoudige wijze verwoorden.

Leerdoelen

  • Observeer botten en vergelijk de botgrootte in verhouding tot het levende wezen waarin de botten zijn gevonden
  • Ontwerp een botmodel, vergelijk en contrasteer vervolgens het gewichtdragende vermogen van hun botmodel, en trek conclusies over botstructuur, gewichtdragende botten en de effecten van verschillende omgevingen op die botten

Benodigdheden

  • Per klas
    • duimstok
    • weegschaal
    • gram gewichten
  • Per groep
    • twee snackzakken met ritssluiten
    • een gekookt, schoon, droog kippendij- of beenbot
    • centimeter liniaal
    • vijf indexkaarten (7,6 x 12,7 cm)
    • doorzichtige cellofaan tape
    • kartonnen vierkant (ongeveer 24 x 24 cm)
    • schoolboeken of stapels papier
    • genoeg aquariumgrind om een ​​zak met ritssluiting tot 1/3 vol te vullen
  • Per leerling
    • leerlingenblaadje
    • veiligheidsbril of bril
    • rode pen
    • loep

Tijd

  • voorbereiding: 30 min
  • les 2 x 45 minuten

Vaardigheden

  • wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschap en techniek – natuur – levende en niet-levende natuur: 1.16.
    De leerlingen kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen.
  • Wetenschap en techniek – natuur – gezondheid: 1.17
    De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam.

Leerdoelen

  • Onderzoek de voedselpiramide en de basisvoedingsmiddelen die deel uitmaken van een uitgebalanceerd dieet en dagelijkse energiebehoeften.
  • Onderzoek een ingrediëntenlijst en voedingswaardenlijst voor portiegrootte en calorieën, eiwitten, calcium en vitamines.
  • Individuele dagelijkse energiebehoefte bepalen.
  • Maak een vijfdaags menu op basis van de aanbevelingen van de voedselpiramide en individuele voedingsbehoeften.

Benodigdheden

  • Per klas
    • computer met internettoegang
    • LCD-projector of overhead projector
    • schilders tape
    • zes zinstrips
    • voedselverpakkingen van de zes voedselgroepen
  • Per groep (3 leerlingen per groep)
    • ingrediëntenlijst en voedingswaardenlijst van maïs, meel- en tarwetorilla’s
  • Per leerling
    • werkbundel
    • Fit Explore Persoonlijke vijfdaagse menuplanner
    • blanco vel papier

Tijd

  • voorbereiding: 30 min
  • les: 3 x 45 minuten

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschap en techniek – natuur – levende en niet-levende natuur 1.8.
    De leerlingen kunnen de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering en bloedsomloop in het menselijk lichaam verwoorden op een eenvoudige wijze.
  • Wetenschap en techniek – natuur – gezondheid: 1.17
    De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam.

Leerdoelen

  • Onderzoek het belang van gehydrateerd blijven, juiste hydratatiemethoden en leer tekenen van uitdroging herkennen.
  • Begrijp de rol die hydratatie speelt bij het gezond houden van het lichaam.
  • Identificeer hydratatieniveaus door gesimuleerde urine te creëren.

Benodigdheden

  • Per klas
    • Computer met internettoegang
    • bibliotheek toegang
    • één LCD-projector of overheadprojector
    • een afbeelding waterfles
    • 2-3 bandana’s
    • Urine kleurkaart
  • Per groep
    • één posterbord of kaartpapier
    • een set markeringen
    • twee computers met internet
    • één grafiek of poster voor hydratatie/dehydratatie
    • vier doorzichtige plastic bekers
    • Eén wegwerpplaat van 20 cm
    • Twee tandenstokers
    • een klein flesje gele, rode en groene voedselkleurstof
    • één urine hydratatie kleurenkaart
    • één set hydratatiekaarten
  • Per leerling
    • leerlingenbundel
    • potlood
    • urine hydratatie kleurenkaart

Tijd

  • voorbereiding: 30 min
  • les: 2 x 45 minuten

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschap en techniek – natuur – Algemene vaardigheden: 1.1
    De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur – Algemene vaardigheden: 1.2
    De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur – Levende en niet-levende natuur: 1.9
    De leerlingen kunnen de functie van de zintuigen, het skelet en de spieren op een eenvoudige wijze verwoorden.
  • Wetenschap en Techniek – 2. Techniek – Techniek als menselijke activiteit: 2.16
    De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.

Leerdoelen

  • Voer een experiment uit om te zien waar op de tong ze 4 van de 5 basissmaaksensaties kunnen herkennen.
  • Voer een reeks smaakexperimenten uit om de verschillende zintuigen te waarderen die de smaak beïnvloeden.
  • Leer hoe een astronaut de veranderingen in smaakintensiteit voor en tijdens een missie ervoer.
  • Leer hoe verminderde zwaartekracht het menselijk lichaam beïnvloedt.

Benodigdheden

  • Deel 1
    • minstens 4 schone containers
    • 1L groot, gelabeld 1 tot 4
    • zout
    • suiker
    • citroensap
    • pompelmoes sap
    • drinkbaar water
    • plastic bekers
    • Per groep van 2
      • 4 kleine wegwerpbekers + water om de mond te spoelen
      • 4 druppelaars
      • 1 markeerstift
      • werkbladen voor studenten
      • kleine handspiegel
      • vergrootglas
  • Deel 2
    • Per klas
      • Computer met internettoegang
      • LCD-projector of overheadprojector
    • Per groep van 2
      • 6 gesloten bakjes met etenswaren
      • 3 druppelaars of spuiten plus plastic lepels
      • water
      • blinddoek
      • (optioneel) paar wegwerhandschoenen
      • studentenblad en gegevensblad voor de activiteit

Tijd

  • Kan variëren, gemiddeld 1-2 lesuren

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschappen en techniek – 1. Natuur: Levende en niet-levende natuur: 1.9
    De leerlingen kunnen de functie van de zintuigen, het skelet en de spieren op een eenvoudige wijze verwoorden.
  • Wetenschappen en techniek – 1. Natuur: Levende en niet-levende natuur: 1.1
    De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Techniek als menselijke activiteit: 2.3
    De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Techniek en samenleving: 2.8
    De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk, en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.2
    De leerlingen kunnen specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.3
    De leerlingen kunnen onderzoeken hoe het komt dat een zelf gebruikt technisch systeem niet of slecht functioneert.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.5
    De leerlingen kunnen illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.6
    De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen.

Leerdoelen

  • verbanden ontdekken tussen de lengte van een robotarm en de moeilijkheidsgraad om objecten te grijpen
  • vergelijken en aanpassen van ontwerpen op basis van hoe goed ze voldoen aan prestatie, criteria en beperkingen
  • verschillende materialen voor grijpers en eindeffectoren testen
  • met elkaar samenwerken bij het ontwerpen van een arm
  • het belang van scharnieren in de functie van de arm onderzoeken

Benodigdheden (optioneel)

  • 96 ijslollystokjes
  • perforator of priem (leerpons)
  • splitpennen
  • scharen
  • 12 pingpongballetjes
  • 12 opbergbakken
  • 12 pincetten
  • 12 sets eetstokjes
  • sponsstukjes
  • 24 gummen of
  • piepschuim of papieren bekertjes (2 per eindeffector)
  • Rietje of lolly (1 per eindeffector)
  • plastic picknickmesjes (gekarteld)
  • plakband
  • 12-cm touwtjes (3 per eindeffector)

Tijd

  • 60-120 minuten

Vaardigheden

  • Ontwerpen, probleemoplossend denken, wetenschappelijke methodologie

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur – Algemene vaardigheden: 1.1
    De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur – Algemene vaardigheden: 1.2
    De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur – Gezondheid: 1.17
    De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam.
  • Wetenschappen en Techniek – 2. Techniek – Techniek als menselijke activiteit: 2.13
    De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap volgen.
  • Wetenschap en Techniek – 2. Techniek – Techniek als menselijke activiteit: 2.16
    De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.

Leerdoelen

  • Maak een emulgering van een fastfoodmaaltijd
  • Evalueer het onzichtbare vetgehalte van de fastfoodmaaltijd
  • Maak observaties van NASA Astronaut-menu’s om te bepalen of ze een uitgebalanceerde maaltijd in de ruimte hebben

Benodigdheden

  • Per groep (4-5 leerlingen)
    • Voedselpiramide
    • beker
    • roerlepel
    • water
    • markeerstift
    • fastfood cheeseburger
    • fastfood frietjes
    • voedingswaarde-etiket van een cheeseburger en verse frieten
    • pan
  • Per klas
    • fornuis of microgolfoven
    • diepvries
    • blender
  • Voorbereiding op de les (1 dag voordien)
    • Zorg voor een passend aantal cheeseburgers en frietjes van een fastfoodrestaurant
    • Beveilig het gebruik van een magnetron of fornuis, koelkast en vriezer
    • Kopieer voldoende voedselgidspiramides voor één per groep
    • Mogelijk vind je een etiket met voedingsfeiten op de verpakking van de fastfoodmaaltijd of door op internet te zoeken met de trefwoorden “cheeseburger voedingsfeiten” en “Frietjes voedingsfeiten”

Tijd

  • voorbereiding: 1 uur
  • les: 2 uur verdeeld over 2 dagen

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschappen en techniek – 1. Natuur: Levende en niet-levende natuur: 1.9
    De leerlingen kunnen de functie van de zintuigen, het skelet en de spieren op een eenvoudige wijze verwoorden.
  • Wetenschappen en techniek – 1. Natuur: Levende en niet-levende natuur: 1.1
    De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Techniek als menselijke activiteit: 2.3
    De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Techniek en samenleving: 2.8
    De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk, en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.2
    De leerlingen kunnen specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.3
    De leerlingen kunnen onderzoeken hoe het komt dat een zelf gebruikt technisch systeem niet of slecht functioneert.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.5
    De leerlingen kunnen illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren.
  • Wetenschappen en techniek – 2. Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.6
    De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen.

Leerdoelen

  • Begrijp hoe de menselijke hand werkt.
  • Leer dat wetenschap en geneeskunde bionische protheses gebruiken om delen van het menselijk lichaam te vervangen die niet goed werken of ontbreken.
  • Leer dat wetenschappers het menselijk lichaam gebruiken als inspiratie om gereedschappen te bouwen, zoals handen en armen in vijandige omgevingen zoals de ruimte of de diepe oceaan.
  • Verken en test ideeën voor het bouwen van een eenvoudige machine in een groep

Benodigdheden

  • Activiteit 1
    • Werkbundel leerlingen
    • potlood
  • Activiteit 2
    • karton
    • plakband
    • lijm
    • schaar
    • snaren
    • elastiekjes (dun en dik)
    • rietjes
    • werkbundel leerlingen
    • bijlage 1 afgedrukt voor elke groep
  • Activiteit 3
    • werkbundel leerlingen
    • potlood

Tijd

  • 60-90 minuten

Vaardigheden

  • Ontwerpen, probleemoplossend denken, wetenschappelijke methodologie

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschap en Techniek: 1. Natuur – Algemene vaardigheden: 1.1
    De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren
  • Wetenschap en Techniek: 1. Natuur – Levende en niet-levende natuur: 1.3
    De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden.
  • Wetenschap en Techniek: 1. Natuur – Levende en niet-levende natuur: 1.16
    De leerlingen kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen.

Leerdoelen

  • Meer informatie over de basisstructuur van gewone planten.
  • Identificeer en benoem een ​​reeks verschillende planten.
  • Begrijp dat levende wezens op verschillende manieren kunnen worden gegroepeerd.
  • Identificeer dat mensen de juiste soorten en hoeveelheden voeding nodig hebben en dit halen uit wat ze eten.
  • Begrijp dat levende wezens van elkaar afhankelijk zijn en dat planten als voedselbron dienen.
  • Vaardigheden ontwikkelen in het identificeren, classificeren en groeperen.
  • Erken dat vragen op verschillende manieren beantwoord kunnen worden.
  • Begrijp dat tekenen kan worden gebruikt om ideeën te ontwikkelen en te delen.

Benodigdheden

  • Activiteit 1
    • leerlingenbundel
    • potlood of pen
    • (optioneel) diverse soorten fruit, groenten en zaden
  • Activiteit 2
    • leerlingenbundel
    • papier
    • kleurpotloden of stiften
    • internettoegang
  • Activiteit 3
    • leerlingenbundel
    • schaar
    • lijm
    • (optioneel) kleurpotloden

Tijd

  • 1 uur

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Algemene vaardigheden: 1.1
    De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Algemene vaardigheden: 1.2
    De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Levende en niet-levende natuur: 1.16
    De leerlingen kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Milieu: 1.22
    De leerlingen kunnen bij de verzorging van dieren en planten uit hun omgeving zelfstandig basishandelingen uitvoeren.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Milieu: 1.26
    De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
  • Wetenschappen en Techniek – 2. Techniek: Techniek als menselijke activiteit : 2.13
    De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
  • Wetenschappen en Techniek – 2. Techniek: Techniek als menselijke activiteit : 2.16
    De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.

Leerdoelen

  • Leer dat planten water, licht, lucht, voedingsstoffen en een geschikte temperatuur nodig hebben om te groeien.
  • Begrijp dat omgevingen kunnen veranderen en gevaar kunnen opleveren voor levende wezens.
  • Leer dat het mogelijk is om planten te kweken zonder aarde.
  • Voer eenvoudige en eerlijke tests uit.
  • Identificeer en controleer variabelen indien nodig.
  • Interpreteer waarnemingen en trek conclusies.

Benodigdheden

  • Activiteit 1
    • leerlingenbundel
    • pen of potlood
    • kleurpotloden
  • Activiteit 2
    • leerlingenbundel
    • tuinkers zaden
    • identieke potten/kunststof bakken (2 potten per groep)
    • potgrond
    • kleine schep of lepel
    • een kartonnen doos of donkere kast
    • een liniaal
  • Activiteit 3
    • leerlingenbundel
    • witte bloemen aan de stengel afgesneden
    • kleurstof voor levensmiddelen
    • transparante watercontainers
    • optioneel: witte bloem met intacte wortel
  • Activiteit 4
    • leerlingenbundel
    • 16 radijszaden
    • 8 kleine doorzichtige potjes
    • aarde om 2 van de kleine potten te vullen
    • zand om 2 van de kleine potten te vullen
    • watten om 2 van de kleine potten te vullen
    • keukenpapier om 2 van de kleine potten te vullen
    • vershoudfolie
    • 16 etiketten voor potten
    • vloeibare plantenvoeding
  • Activiteit 5
    • leerlingenbundel
    • schaar
    • lijm
    • pen of potlood
  • Activiteit 6
    • leerlingenwerkblad
    • pen of potlood
    • kleurpotloden

Tijd

  • 2 uur en 30 minuten

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, teamwerk, communicatie, probleemoplossend denken

Downloads

Eindtermen

  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Algemene vaardigheden: 1.1
    De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Algemene vaardigheden: 1.2
    De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Levende en niet-levende natuur: 1.3
    De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organismen en gangbare materialen gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Milieu: 1.22
    De leerlingen kunnen bij de verzorging van dieren en planten uit hun omgeving zelfstandig basishandelingen uitvoeren.
  • Wetenschappen en Techniek – 1. Natuur: Milieu: 1.26
    De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
  • Wetenschappen en Techniek – 2. Techniek: Techniek als menselijke activiteit: 2.13
    De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
  • Wetenschappen en Techniek – 2. Techniek: Techniek als menselijke activiteit: 2.16
    De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.

Leerdoelen

  • Observeer en beschrijf hoe zaden uitgroeien tot volwassen planten.
  • Maak wetenschappelijke diagrammen en gebruik labels.
  • Voer systematische observaties en metingen uit.
  • Interpreteer de resultaten en trek conclusies uit de resultaten.
  • Vergelijkende en eerlijke tests kunnen uitvoeren.

Benodigdheden

  • leerlingenbundel
  • liniaal
  • 3 potten
  • grond of andere groeimedium
  • voedingsstoffen voor planten
  • basilicumzaden, radijszaden, tomatenzaden.

Tijd

  • 30 minuten per week gedurende 12 weken

Vaardigheden

  • Wetenschappelijke methodologie, communicatie, probleemoplossend denken, teamwerk

Downloads

Voor de nieuwkomers in het project

Ben je nieuw in dit project en heb je het moeilijk of weinig tijd om een keuze te maken uit bovenstaand aanbod? Dan bieden we volgende 2 opties:

Mission X Workshop derde graad lager onderwijs

Met deze bundel kan je in minder dan een halve lesdag enkele van bovenstaande fysieke opdrachten aaneensluitend met je kinderen uitvoeren. We leiden je helemaal door het volledige parcours.

 

ADVIESPAKKET activeiten

In plaats van zelf alle activiteiten door te nemen en te selecteren, kan je ook enkele activiteiten van ons adviespakket uitvoeren:

  • PR 34 – Bionische hand – Verken de anatomie van de hand en maak een bionische hand van karton.
  • SE09 – Verminderde zwaartekracht, laag vetgehalte – Ontdek het vetgehalte van een maaltijd en formuleer een uitgebalanceerde maaltijd met behulp van vetgehalte-informatie.
  • PE01 – Astro Behendigheidsroute – Loop op korte tijd een parcours zonder de kegels te raken.
  • PE03 – Bouw een astronautenkern – Buik- en rugspieren trainen in diverse posities.
  • PE05 – Bemanning samenstellen – Je team legt zo snel mogelijk samen een puzzel met twee paar handschoenen aan.
  • PE15 – Snelheid van het licht – Train dagelijks je reactiesnelheid met een vallende lat.